Samenwerking belangrijk om laaggeletterden te bereiken en helpen
Mariska Woudenberg van Taalhuis Westfriesland vertelt over de aanpak in de regio
’Ik ben mijn leesbril vergeten’ of ’ik vul dat formulier thuis wel even in’. Veelvoorkomende uitwegen van laaggeletterden. In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen moeite met lezen en/of rekenen. Het percentage laaggeletterden is in Westfriesland met 17% hoger dan het landelijk gemiddelde van 12%. En daar moeten we iets aan doen, vinden de zeven Westfriese gemeenten en samenwerkingspartners. De aanpak van laaggeletterdheid is daarom een van de bestuurlijke opgaven binnen het Pact van Westfriesland 7.1.
Wethouder Kholoud al Mobayed (Hoorn): ‘De regio vindt dat iedereen onderdeel moet kunnen zijn van de samenleving. Voor een inwoner die laaggeletterd is, kan dat moeilijker zijn. Taal is zo belangrijk om deel te nemen aan de samenleving. Het missen van een basisvaardigheid zoals lezen heeft grote invloed op het dagelijks leven. Mensen worden er kwetsbaar door. Om laaggeletterdheid op te sporen en tegen te gaan, is een goede verbinding nodig met alle beleidsonderdelen binnen het sociaal domein en onze partners zoals het bedrijfsleven en WerkSaam Westfriesland.’
Wethouder Lydia Groot (Stede Broec): ‘De zeven gemeenten willen dat elke Westfries met onvoldoende basisvaardigheden een goed passend taalaanbod van goede kwaliteit ontvangt en zo geholpen wordt. Hij of zij kan op eigen niveau basisvaardigheden ontwikkelen om zo helemaal mee te kunnen doen in onze maatschappij. Het percentage laaggeletterden is in Westfriesland hoger dan het landelijk gemiddelde. Met de sterke, gezamenlijke aanpak willen we dat veranderen.’
Afbeelding ter illustratie: hulp krijgen bij lezen of schrijven
Taalhuis Westfriesland
Om iedereen op zijn of haar niveau te helpen met de basisvaardigheden, heeft de regio Taalhuis Westfriesland een krachtige regie- en coördinatiefunctie op de uitvoering gegeven. We spraken met Mariska Woudenberg van Taalhuis Westfriesland.
Mariska: ‘Taalhuis Westfriesland is al een aantal jaar betrokken om laaggeletterdheid te verminderen. Waar de gemeenten de regie hebben, zijn wij aan zet voor de uitvoering. Wij werken samen met alle aanbieders op het gebied van basisvaardigheden, zoals met Stichting Netwerk en de bibliotheken om het juiste aanbod te verzorgen. En dat gaat goed. We kennen elkaar en de laatste jaren gaat het afstemmen steeds beter. We zorgen daardoor dat er minder overlap is in het aanbod, maar dat we elkaars aanbod juist aanvullen. En we kijken samen goed naar de doelgroep. Welke vragen leven er? Hoe kunnen we de Westfriese inwoner beter helpen? En waar is iedereen mee bezig?’.
Structuur klopt
Ook de samenwerking met de regio verloopt goed, vertelt Mariska. ‘Dat komt doordat er een duidelijke visie is en daar ook op wordt gestuurd. De structuur klopt steeds meer. Iedereen gaat telkens beter in de eigen expertise en rol zitten. De beleidskant en praktijk komt samen en we gaan gelijk op. Dat is belangrijk voor de samenwerking. Daarom klopt voor ons de laatst vastgestelde beleidsnotitie ook. We zijn hier bij betrokken geweest en kijken positief terug op het traject.’
Cruciale samenwerking
Dat beleid en praktijk samenkomen, is ook nodig. Want de uitdaging is om de laaggeletterde Nederlander te bereiken. ‘Deze doelgroep is lastiger te bereiken dan de ‘anderstaligen’. Je bent geboren en getogen in Nederland en toch kun je niet goed lezen of schrijven. En daar schamen mensen zich voor. Mensen zijn vaak onzichtbaar totdat er in hun leven iets veranderd, zoals het verliezen van de partner of een baan. We moeten met elkaar zorgen dat we laaggeletterdheid leren herkennen en goed kunnen doorverwijzen naar de juiste begeleiding. De samenwerking met de gemeenten daarin is cruciaal. De professionals die werken in de WMO, schuldhulpverlening, bij WerkSaam of UWV spelen een belangrijke rol: zij verwijzen door naar ons, Taalhuis Westfriesland. Maar ook dat blijft lastig. Het herkennen van laaggeletterdheid is ook een moeilijke opgave. Juist omdat mensen het zo goed weten te verbergen. Vanuit Taalhuis Westfriesland willen we daarom ook meer investeren in de cursus om laaggeletterdheid te herkennen en naar de juiste instantie doorverwijzen. Daar is echt winst te behalen. En ook welzijnsorganisaties kunnen hier een rol in spelen. Ook zij kunnen het probleem signaleren en doorverwijzen naar ons.’
Trots
Mariska sluit het gesprek af met waar zij trots op is. ‘Ik ben het meest trots op de samenwerking tussen alle aanbieders op het gebied van basisvaardigheden, de zeven gemeenten en WerkSaam. Samen zetten we een samenwerkingsstructuur neer waarin we de Westfriese inwoner centraal stellen en ondersteuning bieden dat aansluit bij de vraag.’