Klimaatadaptatie: een strategie met ambities

Regio Westfriesland heeft de laatste hand gelegd aan de mogelijke strategieën voor klimaatadaptatie. Begin 2021 is het aan de gemeenteraden om keuzes te maken. “Je hebt de inbreng van betrokken partijen uit de samenleving nodig om het beeld scherp te krijgen”, zeggen Martijn Steenstra en Koos Brouwer.
Dat bleek al tijdens de eerste stap in dit proces. Daarbij was het zaak om per klimaatthema (droogte, hitte, wateroverlast, overstromingen, bodemdaling en waterkwaliteit) te verkennen waar in de regio klimaatverandering tot problemen zou kunnen leiden. Aan de ene kant vormden de berekeningen en aannames in de Klimaatatlas van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier het uitgangspunt voor deze ‘stresstest’. Aan de andere kant werd deze basisinformatie verrijkt door maatschappelijke participatie in zogenaamde klimaatateliers.
Ondergelopen wegen
Koos Brouwer (coördinator samenwerking waterketen en ruimtelijke adaptatie Westfriesland): “De klimaatateliers leverden waardevolle inzichten op. Zo werden we nog eens gewezen op de strategische positie van het Dijklander Ziekenhuis in Hoorn. Stel dat de toegangswegen door hevige regenval blank komen te staan en het ziekenhuis praktisch onbereikbaar wordt. Dan hebben niet alleen de inwoners van Hoorn een probleem, maar de hele regio. Daar moet je over nadenken.” “Wat voor mij helder werd in de stresstest is dat in elke wijk aanpassingen nodig zijn. Oftewel, we moeten een lange adem hebben in dit proces”, vult Martijn Steenstra (senior adviseur water en ruime van ingenieursadviesbureau Sweco) aan.
Het gesprek met de samenleving werd voortgezet met een enquête en digitale sessies. “Door corona moesten ook wij snel schakelen”, lacht Koos. Na de inventarisatie van kwetsbaarheden en de weging op kans en impact stonden in deze online risicodialoogsessies eind juni/begin juli de oplossingen en de aanpak centraal.
“Die sessies hadden we expres breed ingestoken”, aldus Martijn. “Kom maar op met jullie suggesties en ideeën. Een van de dingen die naar voren kwam was de verwevenheid van dit thema met andere opgaves in de (openbare) ruimte, zoals woningbouw. Uiteindelijk moet alles landen in integrale projecten. Hoe organiseer je dat?” Koos: “Wat mij opviel was dat er breed draagvlak is voor groene oplossingen, zoals de aanleg van wadi’s en het planten van bomen. Dat heeft ook zijn weerslag gevonden in de strategieën.”
Drie ambitieniveaus
Al deze verkenningen, inzichten en opties moesten nu verwerkt worden tot een Westfriese aanpak van klimaatadaptatie. “Maar wel zo dat er voor de politiek nog iets te kiezen valt”, benadrukt Koos. “Zij moeten bepalen hoe belangrijk zij dit thema vinden.” Daarbij heeft Sweco teruggegrepen op een methodiek die ook elders in Nederland wordt toegepast. Martijn: “We hebben drie ambitieniveaus A, B en C vastgesteld, die de volle breedte van klimaatadaptatie bestrijken. Per ambitie is in de bijbehorende strategie beschreven hoe we het punt op de horizon kunnen bereiken (zie de toelichting op de drie niveaus onderaan dit artikel).”
Koos: “Bij ambitieniveau A doe je het minimale en richt je je op het oplossen van de grootste knelpunten. In dit scenario vraag je weinig van inwoners, bedrijven en maatschappelijke partijen, maar accepteer je ook meer risico. Bij B en C ga je kwaliteit toevoegen aan de ruimte. Er is sprake van vergroening en de biodiversiteit neemt toe. Er wordt nu wel een maatschappelijke bijdrage verwacht. Het is aan de lokale overheid om die te activeren en te faciliteren.”
Besluitvorming
In het regionaal bestuurlijk afstemmingsoverleg van begin december is bepaald om adaptiestrategie B te kiezen als uitgangspunt voor de raadsadvisering. Koos: “Uiteindelijk is het aan de gemeenteraden om te bepalen met welke ambitie zij invulling willen geven aan klimaatadaptatie. Die besluitvorming in de zeven gemeenten vindt plaats in februari 2021. Samen vormen die besluiten ‘de klimaatadaptatiestrategie Westfriesland’.”
De volgende stap is het bepalen van de uitvoeringsagenda voor de periode 2021-2025. Martijn: “Hierin werken we de strategie uit in acties waarmee we klimaatadaptatie borgen in beleid en handelen. Zo werkt de strategie dan weer door in de programmering van wijken, gekoppeld aan andere opgaves en ingebed in de Omgevingswet. In jaarplannen worden de plannen nader ingevuld met planning en budget.” Koos: “Bovendien gaan we de grootste kwetsbaarheden direct aanpakken. Hierbij trekken we uiteraard ook weer op met onze stakeholders.”
De uitgangspunten bij de ambities zijn:
- Ambitie A: Gaat ervan uit dat in 2050 meer risico wordt geaccepteerd. Dat betekent dat we in de toekomst vaker hinder of schade zullen ervaren door wateroverlast, hitte, droogte en een verslechterende waterkwaliteit dan nu.
- Ambitie B: Richt zich op een beschermingsniveau in 2050 dat vergelijkbaar is met dat van nu. We groeien mee met de effecten van klimaatverandering en moeten dus maatregelen nemen.
- Ambitie C: Streeft naar een beschermingsniveau in 2050 dat hoger is dan dat van nu. Dit is een vooruitstrevende aanpak en vergt ingrijpende maatregelen. De inzet van inwoners, bedrijven en andere partijen is onmisbaar.
